vrijdag 27 april 2007

Eerste onderzoek Fenna

http://www.pharosnl.nl/?hoogbegaafd-kindere
Een artikel waarin contact met hoogbegaafde kinderen wordt beschreven. De omgeving speelt daarbij een zeer belangrijke rol. Het is voor volwassen moeilijk om deze kinderen te begrijpen. In dit artikel wordt uitgelegd hoe men daarmee kan omgaan.

http://www.parship.nl/adviezen/10-tips-om-contacten-te-leggen.xhtml
10 tips om contacten te leggen. Misschien kunnen we er wat mee.

http://www.lancelots.nl/netwerken/training/contact-leggen
Nog een website die informatie biedt over contacten leggen. Hierin wordt bijvoorbeeld uitgelegd dat je als netwerker beter om advies kunt vragen dan direct om hulp of om een opdracht te vragen. Er staat ook een leuke oefening bij waarbij je een scriptje af moet leggen.

http://www.leren.nl/cursus/freelance/acquisitie/contact-leggen.html
Een informatieve website over wederom contact leggen. Hier worden handige tips beschreven bij bijvoorbeeld het houden van een telefoongesprek.

Vandale
Leuk overzichtje van wat contact allemaal wel niet betekent plus alle verschillende soorten contact:
con·tact (het ~, ~en)
1 toestand waarbij twee voorwerpen elkaar raken => aanraking
2 onderlinge communicatie => voeling
3 contactpersoon
4 verbinding van twee elektrische geleidingen
5 elektrische schakelaar
6 grens tussen stollings- en nevengesteente

con·tact·adres (het ~)
1 adres van een contactpersoon

con·tact·ad·ver·ten·tie (de ~ (v.))
1 advertentie waarmee iem. contact zoekt met anderen => kennismakingsadvertentie

con·tact·af·druk (de ~ (m.))
1 niet vergrote fotoafdruk

con·tact·amb·te·naar (de ~ (m.))
1 ambtenaar die als vertegenwoordiger van een ambtelijke instantie het contact onderhoudt met een werkzoekende, een asielzoeker enz.

con·tact·arm (bn.)
1 slecht in staat contacten te leggen => contactgestoord

con·tact·ar·moe·de (de ~ (v.))
1 tekort aan menselijk contact

con·tact·doos (de ~)
1 stopcontact

con·tac·te·ren (ov.ww.)
1 [Belg.] contact opnemen met => benaderen

con·tact·ge·luid (het ~)
1 geluid dat door contact van bouwdelen, vloeren, buizen enz. wordt voortgeplant

con·tact·ge·stoord (bn.)
1 contactarm

con·tact·lens (de ~)
1 lens die direct op het oog gedragen wordt ter verbetering van het gezichtsvermogen

con·tact·lijm (de ~ (m.))
1 thermoplastische lijm die vrijwel onmiddellijk hecht

con·tact·on·der·wijs (het ~)
1 onderwijs dat in een onderwijsinstelling gegeven wordt <=> afstandsonderwijs

con·tact·per·soon (de ~ (m.))
1 iem. die anderen met elkaar in contact brengt => tussenpersoon
2 iem. die in contact geweest is met een drager van een besmettelijke ziekte

con·tact·pro·ces (het ~)
1 proces, veroorzaakt door onderlinge aanraking van stoffen

con·tact·punt (het ~)
1 klein blokje metaal, in een elektrische stroombaan aangebracht waar die herhaaldelijk geopend en gesloten moet worden

con·tact·sleu·tel (de ~ (m.))
1 sleutel waarmee men een auto kan starten

con·tact·sport (de ~)
1 sport waarbij men lichamelijk contact heeft of kan hebben met de tegenstander

con·tact·stoor·nis (de ~ (v.))
1 stoornis die erin bestaat dat men geen of slechts moeizaam contacten kan leggen

Geen opmerkingen: